vrijdag 24 oktober 2008 Geen reacties St. Hubertus

In dit tweede deel van mijn zoektocht naar Helene zal ik u meer vertellen over de periode die Helene in Rotterdam doorbracht en over de eerste jaren dat ze in Den Haag woonde.   

Rotterdam

Het jaar 1889 moet voor Helene een jaar van gemengde gevoelens geweest zijn.
Op 30 mei als hij de firma in Rotterdam bezoekt overlijdt de vader van Helene aan een hartaanval. Helene is dan hoogzwanger van dochter Helene die het levenslicht zal zien op 23 juli van dat zelfde jaar.
Daarbij kwam dat de Duitse Helene moest wennen aan een nieuw land met een andere taal en een andere cultuur. Maar met haar gedrevenheid leert ze perfect Nederlands spreken en schrijven.

In de eerste jaren van hun huwelijk is Helene vooral moeder en echtgenote. Binnen drie jaar krijgt ze drie kinderen: Helene (1889), Toon (1890) en Wim (1891). Het huis aan de Kortenaer wordt al snel te klein en het gezin verhuisd naar een, over de Maas uitkijkende, villa aan het Haringvliet. Hier wordt in 1897 de jongste zoon Bob geboren.
Helene ontvangt er ook de vrienden van Anton die haar hartelijk in hun midden op nemen. Het zijn veelal zakenlieden die net als Anton hun fortuin maakten in de haven. Eén van hen is George van Beuningen die zijn geld verdiende in de internationale steenkoolhandel. (Toen zijn kunst collectie in 1958, drie jaar na zijn overlijden, geschonken werd aan Museum Boymans werd zijn naam aan de naam van het intussen zeer bekende Rotterdamse museum toegevoegd.)
Natuurlijk komt ook de familie van Helene regelmatig op bezoek in haar nieuwe huis aan het Haringvliet.
Van de aanwezigheid van de Maas wordt in die tijd goed gebruik gemaakt er wordt fanatiek op geroeid en gezeild. Maar Helene ontdekt in die tijd ook nog een andere sport, ze gaat paardrijden een hobby die ze met haar man Anton deelt. Helene stort zich, als altijd, vol overgave op deze nieuwe hobby, jaren lang brengt ze eerst de kinderen naar school en spendeert daarna menig uurtje in de manege. Uiteindelijk is ze zelfs het moeilijkste paard de baas.

Voor kunst of architectuur heeft Helene in deze periode nog weinig belangstelling of het zou moeten zijn voor oud Delfts porselein, ze begint dit aardewerk te verzamelen en geeft het een plaats in haar huis.

Den Haag

Zakelijke overwegingen maar ook de wens om dicht bij de regering te zitten doet Anton besluiten om begin 1900 het hoofdkantoor van Müller & Co de verplaatsen naar het Lange Voorhout (no.3) in Den Haag.
Het gezin verhuist naar Scheveningen eerst naar de Cremerweg en daarna naar Huize ten Vijver in de Scheveningsebosjes. Huize ten Vijver was in opdracht van de Kröllers gebouwd door society architect L.J. Falkenburg. Met dezelfde ‘society’ had Helene weinig contact in Den Haag. Niet duidelijk is of dat aan Helene lag of aan het feit dat “het oude geld” maar weinig op had met “het nieuwe geld” waartoe Helene behoorde.

De vrienden uit Rotterdam komen niet of niet zo vaak meer.
Helene ontvangt in die tijd steeds meer politiek en zakelijk belangrijke figuren. Ze is een hartelijke en gulle gastvrouw voor hen. In Huize ten Vijver hanteert Helene een strakke dagindeling. Alles wat met de huishouding, stal en later met de garage te maken heeft wordt door Helene geregeld. Voor haar personeel is zij een veel eisende afstandelijke baas, maar ze zorgt wel goed voor hen.

Helene krijgt in die periode meer vrije tijd mede omdat Helene jr. naar kostschool gaat en de jongens op school zitten in de stad. Anton is veel voor zaken op reis en Helene zal zich daardoor ongetwijfeld vaak eenzaam hebben gevoeld…..

 

About the Author

Elmar

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

CommentLuv badge

Optionally add an image (JPEG only)