Een boer wordt tot twee maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Zijn vrouw schrijft hem:”Nu je in de gevangenis zit, denk je toch niet
dat ik de grond om ga spitten om de aardappelen te poten.
Nee, dat kun je wel vergeten!”
Een paar dagen later volgt het antwoord:
“Maar schat toch, daar heb ik de wapens en het geld verstopt.”
Zij schrijft terug:
“Iemand van de gevangenis moet je brief gelezen hebben,
want de politie is hier geweest en heeft heel het veld omgegraven,
zonder iets te vinden.”
Waarop de boer weer schrijft:
“Goed zo nu kun je de aardappelen poten!”