Een alom bekende publieke vrouw in het stadje Keverstein
is op bejaarde leeftijd overleden. Als de notaris haar
testament voorleest, blijkt dat ze honderdduizend euro
aan de stad heeft vermaakt.
De zaak komt natuurlijk in de gemeente raad en de
burgemeester spreekt:
“We zouden het geld op het ogenblik best kunnen
gebruiken, maar de manier waarop het verdiend is, lijkt
me toch een punt waar we nog eens uitvoerig op in moeten
gaan.”
“Hoezo, meneer de burgemeester? Per slot van rekening
hebben wij het geld toch met z’n allen bij elkaar gebracht .”