Johan Coenraad Altorf (1876-1955) is een van de beeldendkunstenaars waarvan Helene Kröller-Müller werk aanschafte. Niet dat ze zo erg van sculpturen hield maar haar adviseur op het gebied van kunst, de heer Bremmer, vond dat in een goede kunstverzameling ook beeldhouwwerken thuis hoorden. Helene die luisterde naar zijn advies schafte dus ook diverse beeldhouwwerken aan waaronder werken van Johan Altorf. Tot mijn grote vreugde want had ze dat niet gedaan had ik ongetwijfeld nooit kennis gemaakt met zijn werk. Johan Altorf specialiseerde zich in diersculpturen waarbij (roof)vogels zo lijkt het favoriet waren. Altorf maakte sterk gestileerde beelden waarbij hij streefde naar ‘het uitbeelden van het wezen’ van het onderwerp. Kijken we bijvoorbeeld naar zijn roofvogels dan springen de zo kenmerkende snavels, ogen en poten gelijk in het oog. Bij de visarend, die in de rookkamer staat van jachthuis St. Hubertus staat, is dat goed te zien.

Altorf was zeer veelzijdig in het materiaal dat hij gebruikte. Hij werkte niet alleen met brons, maar ook met hardsteen, zoals de oehoe in de hal van het jachthuis.

Ook hout was Altorf als zoon van een meubelmaker geen onbekend materiaal. Deze reiger maakt ook deel uit van de collectie van Helene Kröller-Müller.

Naast hout, brons en hardsteen, (be)werkte Altorf ook met keramiek, travertijn en ivoor. Onderstaande gier van ivoor is daar een mooi voorbeeld van. De gier is bedoeld als presse-papier en staat op het bureau van Helene Króller-Müller in het jachthuis.

Altorf werkte ook veel samen met architecten de bovenstaande oehoe is daar een mooi voorbeeld van maar hij heeft natuurlijk ook voor andere huizen en flatgebouwen sculpturen gemaakt en met de bronzen gier die hij maakte voor flatgebouw Boschzicht aan de Benoordenhoutseweg in ‘s Gravenhage wil ik eindigen met dit stukje over de kunstenaar Johan Altorf wiens werk mij misschien wel het meest aanspreekt van alle kunstwerken in en om het jachthuis.