Vandaag heb ik met mijn collega winkeldames onderleiding van één van mijn collega rondleiders, die over een zeer grote hoeveelheid kennis over kunst beschikt, een bezoek gebracht aan de Beeldentuin van het Kröller-Müller Museum. Het weer was schitterend, dus we hebben dubbel genoten!

Al voor dat we de beeldentuin in liepen kwamen we de eerste kunstwerken tegen.

 Everzwijn  door Piet Slegers 1953

 De kunstenaar maakte dit beeld toen hij op de Veluwe een wildzwijn had gezien dat zich had vastgelopen in het kreupelhout.

Drinking Calf  door Georg Ehrlich 1960

Mij viel gelijk de overeenkomst op tussen dit drinkende kalf en het drinkende lammetje dat ik dit weekend fotografeerde. 

Detail van Drinking Calf

Ohne Titel door Ulrich Rückriem 1988

Dit kunstwerk fungeert als een soort toegangspoort tot de Beeldentuin.
Rückriem was een steenhouwer. Aan deze blokken kun je goed zien hoe ze uit de berg gehouwen werden. In de gaten werden houten stokken geplaatst, door die stokken nat te maken zetten ze uit en brak het stuk steen af.

Gewei door John Rädecker 1928-1929

Rädecker kreeg voor dit gewei opdracht van mevrouw Kröller. Prins Hendrik stelde er een gewei beschikbaar. Hij was een jachtvriend van meneer Kröller. Mevrouw Kröller volgde de vorderingen op de voet. Het gewei verwijst naar de legende van Sint Hubertus.
John Rädecker is vooral bekend geworden door het door hem gemaakte monument op de Dam.

Fiaggio di Otterlo door Guiseppe Penone 1987-1988

Deze bronzen beuk staat in de zogenaamde Beukenlaan, waar hij nauwelijks opvalt tussen de echte beuken. 

Cicero door Cornelius Rogge 2000 

Tot slot van dit eerste deel leek mij op 1 april een grap wel van toepassing want dat is dit kunstwerk. Het is een zogenaamde Folly! Het steekt de draak met alle grote Romeinse beelden.

Morgen gaan we verder op deze ontdekkingstocht door de beeldentuin, hopelijk gaan jullie dan weer mee.