Slaan we de van Dale er op na en zoeken we het woord markt dan vinden we het volgende:
– handel in het openbaar op een plaats, vaak in de openlucht
– plaats waar een markt traditioneel gehouden wordt
– mogelijkheid tot handel in producten

De laatste is de meest ruime definiëring, eigenlijk komt het er op neer dat overal waar gehandeld wordt er sprake is van een markt. Dus als u bij Albert Heyn, de Hema, V&D, H&M en de Bijenkorf inkopen doet maakt u deel uit van een markt. Natuurlijk hoeft het niet om producten te gaan ook de handel in geld is een markt, de ‘financiële’ markt. In het dagelijksleven speelt die financiële markt bij de meeste mensen slechts op de achtergrond een rol. Je merkt er pas iets van als de rente percentages van je bankrekening of hypotheek stijgen of dalen. Mocht u echter in het bezit van aandelen zijn dan bent u waarschijnlijk dag en nacht met de financiële markt bezig, zodat u op tijd uw aandelen kunt kopen en verkopen.

Kijken we naar de tweede definitie van markt hebben we het duidelijk over een lokatie. De meeste steden hebben een “Markt”, dit plein is meestal genoemd naar de plaats waar de weekmarkt plaats vond en/of vindt. Een goed voorbeeld daarvan is de Groote Markt in Groningen bekend van het Monopoly spel. Een andere zeer beroemde markt is natuurlijk de Albert Cuyp in Amsterdam.

Komen we tot slot bij de eerste definitie “handel in het openbaar op een plaats, vaak in de openlucht.” Ik moest daar helaas dus noodgedwongen naar toe vanmorgen. Laat ik er maar niet omheen draaien ik heb een hekel aan de markt. Niet aan dat kleine marktje bij mij om de hoek, maar wel aan die grote markt in het centrum van mijn woonplaats. Overigens niet alleen aan de grote markt in mijn eigen woonplaats maar aan alle grote markten waar dan ook. Maar zoals ik al vertelde moest ik er vanmorgen geheel tegen mijn zin in heen. Ik moest textiellijm halen voor het nieuwe ritmische gym pakje van mijn jongste dochter, daar moest namelijk het een en ander aan glitters opgeplakt worden. We hebben het kennelijk vandaag de dag allemaal zo goed dat we nieuwe kleren kopen en ze nauwelijks nog zelf maken of ze repareren. Een textielwinkel, die naaibenodigdheden verkoopt, is er dus jammer genoeg in onze stad niet meer. De markt is de enigste plaats waar ze gelukkig nog wel dit soort zaken verkopen en dus kon ik niet anders dan met frisse tegenzin er heen gaan.

De eerste kraam die ik tegen kwam was een kraam waar men de meest mooie, sjieke, elegante, stoere en noem zo nog maar wat superlatieven op, horloges werden verkocht. De koopman deed zijn werk kennelijk goed want er stonden een groot aantal hebberige eksters met schitterende ogen bij zijn kraam.
Eigenlijk zou ik u nu graag een heel erg zielig verhaal willen vertellen over hoe ik “markt hater” heel de markt over moest om het kraampje met textiellijm te vinden. Maar, jammer genoeg voor dit verhaal, had ik geluk want verder dan het tweede kraampje hoefde ik niet. Nog geen vijf minuten heeft mijn bezoek aan de markt geduurd maar wel vijf minuten te lang wat mij betreft. U zult zich intussen vast afvragen waar die afkeer voor de markt vandaan komt. Eerlijk gezegd weet ik dat eigenlijk zelf ook niet, dus hoogste tijd voor wat ‘soul searching’ lijkt me.

Zo ver ik weet heb ik geen traumatische ervaringen opgedaan op de markt. Ik kan me bijvoorbeeld niet herinneren dat ik als kind uren lang alleen over de markt gezworven heb op zoek naar mijn onvindbare moeder. Ik ben ook nooit beroofd, mijn (lege) zakken zijn nooit gerold en ik heb ook niet onder bedreiging van een wapen mijn (niet bestaande) rijkdommen moeten overhandigen. Daar kan het dus niet aan liggen, of ik moet het wel heel erg goed verdrongen hebben.
Aan de mensen achter de kraampjes ligt het zeker niet, ik vind hun wijze van aanprijzen juist erg leuk om aan te horen. Volgens mij hebben ze op de ‘marktkraam verkoop school’ het superlatieven woordenboek uit hun hoofd moeten leren, want het ene product is nog mooier, beter, handiger, enzovoort..enzovoort.., dan het andere. De verkopers zijn altijd vrolijk, vriendelijk en behulpzaam. (ja, u ziet ik ken ook aardig wat superlatieven.)
Ligt het dan misschien aan de bezoekers van de markt? Er komen volgens mij altijd veel verschillende mensen op de markt en als je van mensen kijken houdt is het dus ‘the place to be’. Ik mag op zijn tijd best graag mensen kijken dus ook dat is niet de reden van mijn markt weerzin. Wat blijft er dan over? Misschien de hoeveelheid mensen, het is er altijd enorm druk. Hoewel ik niet echt dol ben op mensenmassa’s kan ik ook weer niet zeggen dat ik er hard voor wegloop, dus ook dát verklaart mijn markt afkeer niet.

Het is erg onbevredigend maar er lijkt dus geen enkele reden voor mijn markt aversie te zijn. Vreemd, dat een mens ergens een hekel aan kan hebben zonder reden. Hoewel vreemd, ik ben ook wie weet hoe vaak verliefd geweest op een jongen zonder dat ik daar toen en nu een goede reden voor kan bedenken. (Natuurlijk behoord mijn lieve, aardige, charmante, intelligente, vrolijke echtgenoot niet tot die jongens!)

Conclusie: een mens zit behoorlijk merkwaardig in elkaar maar dat maakt het leven wel leuk en spannend!